Bermuda - Azoren; 27 maart tm 8 april
Door: Evie Roebroek
Blijf op de hoogte en volg Evie
22 April 2012 | Bermuda, Hamilton
De volgende dag had ik mijn allereerste 12 tot 4 wacht, en dat is toch niet mijn favoriete wacht. Je gaat dan namelijk na het eten vrijwel meteen slapen, en na nog geen 3 uurtjes word je wakker gemaakt omdat je moet beginnen met je wacht, en omdat het de hele tijd donker is en er niemand anders wakker is, val je vrij makkelijk in slaap tijdens je uitkijk. Het weer was alleen verslechtert, en we mochten niet meer op een kist aan dek zitten, omdat die ook heen en weer ging. Tijdens het sturen kwamen er af en toe buien met windvlagen, en dan nam Anne vaker het stuur over. Na onze wacht hadden de stuurlieden ook besloten dat de wacht niet meer aan dek mocht zitten, maar in de salon, en de stuurlieden hielden samen zelf wacht in de stuurhut. ´s Middags besloot ik tijdens mijn wacht dat ik toch buiten wou zitten, en als we een tuigje aan hadden en gezekerd waren mocht dat. Samen met Yke hebben we ons aan de ramen op het achterdek gezekerd, en daar hebben we bijna de hele tijd in de zon gelegen. Er kwamen steeds meer mensen bij, en het was echt ontzettend gezellig. Eten kregen we door het raam vanuit de salon, en ondertussen leek het steeds alsof we van dek schoven, maar door het tuigje bleven we hangen. We kregen een soort linzensoep te eten, die er bij sommige mensen in precies dezelfde vorm uitkwam als dat hij er 10 minuten vantevoren in was gegaan.
De 29e was de wind al veel minder, en heb ik redelijk aan school kunnen werken. Als we eenmaal op zee zijn is het alsof er een knop wordt omgeschakeld, en ben ik meteen weer in mijn wacht/lesdag ritme. Dan heb ik ook totaal geen gevoel van tijd meer, en na een paar dagen voelt het alsof we alweer meer dan een week op zee zitten. Ik blijf erbij dat ik de 12 tot 4 de rotste wacht vind, maar daar kan ik vrij weinig aan doen dus probeer ik er maar het beste van te maken. De 31e kregen we te horen dat we weer konden beginnen met solliciteren voor de volgende scheepsovername. Na lang twijfelen heb ik me toch maar opgegeven voor bootsvrouw. Dat houdt in dat je verantwoordelijk bent voor alle taken aan dek. Je stuurman/vrouw en kapitein bepalen of en wat er met de zeilen moet gebeuren, en als bootsvrouw ben je dan degene die ervoor zorgt dat dat wordt uitgevoerd. Onder andere zeilen hijsen of strijken, overstag gaan of gijpen, lijnen aantrekken als ze overboord hangen etc. Dat betekent dus wel dat je moet weten hoe al die dingen gaan, en dat is nog best moeilijk! Ik heb mijn solicitatiebrief wel ingeleverd, maar omdat bijna iedereen gesolliciteerd had voor een functie en er een stuk of 8 voor boots waren, verwachtte ik dat ik helemaal geen kans zou maken.
Op 1 april had ik keukenploeg, en jammer genoeg was dat geen grap. Het was toen alweer een zondag, en dat ik aan de ene kant fijn, omdat heel veel mensen uitslapen en je dus minder ontbijt hoeft te maken, maar ook wel rot, omdat je iedereen film ziet kijken en ziet chillen terwijl je zelf hard moet werken. We hadden het geluk dat de keukenploeg van gister op captain’s orders al begonnen waren aan een goulashsoep, dus hoefden we voor de lunch niet veel meer te doen. Als tussendoortje hebben we iets heel lekkers gemaakt met bananen, en ons avondeten was pizza met salami! Door de pizza hadden we geen avondafwas, en daarom waren we vrij snel klaar met de keukenploeg. Qua 1 april-grappen was er maar 1 echt leuke, en dat was van de 8-12 van de vorige dag. Die had namelijk vlak voor de wachtswissel om 12 uur het schip 180 graden gedraaid, en het roer gewoon zo over gegeven. Het duurde even voordat de nog niet zo wakkere 12-4 doorhad dat we terug naar Bermuda voeren in plaats van naar de Azoren, en toen hebben ze het schip maar snel teruggedraaid.
De dag erna nam de wind weer toe, en met de wind komen de golven. Die zorgden ervoor dat ik tijdens mijn proefwerk frans echt even naar buiten moest om niet helemaal zeeziek te worden. Het is zo normaal voor mij om tijdens een proefwerk even naar buiten te mogen, of om koekjes of fruithap van de keukenploeg te krijgen, terwijl je thuis vaak niet eens naar de wc mag als je nog bezig bent. Toen ik ’s avonds net besloot om te gaan slapen, liep Britt langs en zei zachtjes: “kamercontrole, over 3 minuten, kamercontrole”. Nou, jullie kunnen je niet voorstellen wat er dan gebeurt hier. Iedereen raakt compleet in paniek, probeert een stofzuiger, bezem of doekje te pakken en begint als een gek op te ruimen en schoon te maken. Ik heb gelukkig een redelijk opgeruimde kamer, en ik had onze vloer die ochtend nog gestofzuigd dus hoefden we alleen de wasbak en spiegel te doen. Ondertussen heb ik echt op de grond gelegen van het lachen, want een van de kamers had het onmogelijke mogelijk gemaakt. Er lag in die kamer zo’n laag troep dat je er niet meer kon lopen, en geen van de bedden was iets wat ook maar op beslaapbaar leek. De jongens van die kamer hebben toen alle spullen van de grond in een van de kastjes en achter een muurtje gesmeten, de stofzuiger ergens weggehaald en gestofzuigd, met een doekje in een ongelofelijk tempo alles afgenomen,ondertussen geprobeerd om hun bedden op te ruimen en dat alles in niet meer dan 3 minuten. Alle kamers krijgen cijfers van de scheepsraad, en als je kamer lager dan een 7 heeft moet je kompas poetsen, wc’s schoonmaken of iets dergelijks. Door een ongelofelijk wonder hadden alle kamers een 7 of hoger [wij hadden een 9½ :D] en was iedereen blij!
Op 4 april kreeg ik te horen dat ik was aangenomen als bootsvrouw bij de volgende scheepsovername, en dat kwam een beetje als een schok. Ik wist namelijk nog niet alles precies, en had 1 dag om dat uit te zoeken. De scheepsovername ging iets eerder van start, omdat de wind ging draaien en Martin niet alleen een scheepsovername op de motor wou. We hebben trouwens bijna alleen maar vrouwen in functie, behalve Siebrand, als machinist omdat geen enkel meisje zich daarvoor had opgegeven. Bijna iedereen had voor iets gesolliciteerd, en er waren 8 of 9 mensen voor boots, dus daarom was ik wel echt blij!
Op de 5e was Anne, onze stuurman, jarig. Omdat we de 12-4 hebben, heeft onze wacht om 12 uur ’s nachts voor hem gezongen in het stuurhuis. Tijdens onze middagwacht draaide de wind, en hebben we meteen 4 zeilen gezet. Ik mocht dat meteen even leiden van mijn lieve wachtgenootjes, om alvast te oefenen voor wat er die middag inging: onze 3e scheepsovername. Ik had geluk want Marleen, een van mijn beste vriendinnen hier, was uitgekozen als stuurvrouw en wij hadden even ons best gedaan om te zorgen dat wij samen een wacht kregen. Dat is gelukt en we hadden de 4-8, die vind ik het fijnste. We hadden ook qua mensen een leuke wacht, dus dat leek helemaal goed te komen. Omdat om 6 uur de scheepsovername begon, ben ik meteen nadat ik klaar was met mijn 12-4 even een rondje over het schip gelopen samen met Marleen om te kijken of ik alles wist enzo. Ik was best wel zenuwachtig, want ondanks het feit dat er altijd een “echte” stuurman toekijkt, voelt het wel als jouw verantwoordelijkheid als er iets fout gaat. Na amper pauze begon om 6 uur de scheepsovername, en had ik dus wacht. Ik kreeg meteen de opdracht van Liselet, onze kapitein, de opdracht om een zeil te laten zakken, en 2 andere te zetten. Zij moest er blijkbaar ook nog even in komen, want uiteindelijk is het plan 3 keer veranderd, en dat was voor mij en de mensen die ik moest aansturen redelijk verwarrend. Het eerste zeil dat omhoog moest was meteen het moeilijkste, want er zijn een stuk of 12 mensen nodig om het goed te laten verlopen. Eerst had ik te weinig mensen, want iedereen buiten mijn wacht was aan het bijslapen of bezig. Toen dat eindelijk opgelost was, maakte ik nog een domme fout bij de taakverdeling waardoor het allemaal niet zo snel ging. Alsof het schip me wou pesten bleef er even later ook nog een lijn in het zeil haken. Daardoor raakte ik een beetje in de stress, en gelukkig kwam Marleen met een oplossing en ging het daarna allemaal goed. Je begrijpt wel dat ik daarna helemaal geen zin meer had om nog 2 zeilen te zetten. Gelukkig had mijn wacht besloten om gewoon mee te werken en niet vervelend te zijn, en dat hielp behoorlijk. Het ging uiteindelijk toch nog redelijk soepel, maar na die wacht had ik echt een rotgevoel omdat het voor mijn gevoel helemaal fout was gegaan. Na de wacht heb ik met Marleen en Jorrit, een vriend die heel veel van zeilen weet, even bedacht wat er nu echt fout ging en hoe het volgende keer wel moest. Ik hoorde altijd van iedereen dat ze zoveel hadden geleerd van stuur of boots zijn, en dat begreep ik na die wacht helemaal.
De volgende dag tijdens mijn ochtendwacht konden we nog wel zeilen, maar niet meer zo goed als gisteren. We hebben een heleboel kleine dingetjes met de zeilen gedaan, maar geen nieuwe zeilen gezet of gestreken. Het ging echt al veel beter dan gisteren, en daar was ik wel heel blij om. Dat kwam misschien ook wel omdat de dingen die we moesten doen niet zo heel moeilijk waren, maar toch voelde het veel beter. ’s Middags moest er aan het begin van de wacht meteen een zeil naar beneden, en wat later nog twee. Doordat ik steeds eerst even met Marleen overlegde hoe we het gingen doen, ging alles bijna helemaal goed. Er was nog één klein dingetje dat fout ging, maar ook dat viel best wel mee. Ik was na mijn wacht helemaal kapot, en ben maar heel snel gaan slapen.
De 7e hadden we nogsteeds volle tegenwind, en was er voor mij als bootsvrouw niet zo heel veel aan. Het is nu echt koud midden in de nacht. Ik heb ’s nachts meestal een legging, joggingbroek en zeilbroek aan, met daarop een topje, een t-shirt, soms nog een shirt, en dan 1 of 2 truien met een zeiljas aan. Het is zo heerlijk om gewoon op te staan en alleen maar na te hoeven denken over of je het niet te koud gaat krijgen in plaats van te moeten nadenken over of iets wel of niet leuk bij elkaar staat. Begrijp me niet verkeerd, kleren zijn en blijven echt een hobby van me, maar het is ook leuk dat we hier allemaal in joggingbroeken en truien lopen en dat niemand zich er iets van aantrekt. Ook de middagwacht was niet heel speciaal, ik moest vooral gewoon de dingen doen die je als wachtleider ook doet en waar ik dus redelijk aan gewend ben.
Tijdens onze middagwacht de volgende dag kwamen we aan op de Azoren. Om 8 uur ’s ochtends zagen we de eilanden nog niet, en toen ik wakker werd bleek er al heel duidelijk land in zicht te zijn. De Azoren zijn echt heel mooi: ontzettend veel natuur, af en toe een schattig dorpje met nog geen 100 witte huizen met roodbruine daken. Het zijn allemaal vulkanische eilanden, en daarom heel heuvelachtig. Aan het begin van onze wacht moest ik ervoor zorgen dat alles klaar was om aan te leggen en dat is nog redelijk wat werk. Het was alleen wel jammer dat we niet aan stuurboord aanlegden, zoals de bedoeling was, maar aan bakboord. Daardoor moest alles snel verplaatst worden, maar er waren meer dan genoeg mensen om dat te doen. Uiteindelijk bleek dat we niet gingen aanleggen aan de wal, maar dat was langszij gingen liggen bij een ander schip. Dat schip was The Eye of the Wind, en dat lag naast ons in Bermuda. Onze echte kapitein had het weer overgenomen, omdat dit de eerste keer was dat we langszij lagen, en heeft ons veilig de haven in geloodst.
-
23 April 2012 - 05:46
Joost:
Ha lieve dochter, ik heb weer genoten van je verslag. Door je verslag wek je verwachtingen ... verheug me al op je opgeruimde kamer! Tot zaterdag. Liefs papa
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley